
Structuur en organisatie van begrijpend lezen methode TopLezers
Tweejarig lesprogramma met thematisch onderwijs
TopLezers heeft voor groep 5 en 6 een tweejarig lesprogramma ontwikkeld en voor groep 7 en 8 een tweejarig programma. Dit betekent dat de tien thema’s over twee leerjaren verspreid worden ingepland.
Het lesniveau voor groep 5 en 6 is gelijk en zo ook voor groep 7 en 8. Combinatieklassen waarin niet meer dan één leerjaar niveauverschil is, kunnen gezamenlijk werken aan begrijpend lezen.
Kinderen krijgen door een tweejarig lesprogramma de ruimte te groeien in het denkproces.

Themaplanning
Elk thema bestaat uit drie lessen. In elke les staan één of meerdere boeken centraal. Een les is gesplitst in twee delen. Zo is er tijd om met de kinderen herhaald te lezen en in een tekst te duiken. De lessen duren 45-60 minuten*. Neem daarom voor TopLezers 60 minuten begrijpend lezen op in het weekrooster. De transfer naar vakken als wereldoriëntatie (TopOntdekkers), taal, technisch lezen en vrij lezen zorgt ervoor dat lezen met begrip ook op andere momenten in de week aan bod komt. De genoemde vakken bieden volop kansen om te oefenen en het lezen te stimuleren. Met ‘transfer’ wordt zowel meer lezen over het thema als inoefenen van vaardigheden bedoeld. *Dit verschil komt door het werken met authentieke teksten en variatie in tekstsoort, tekstlengte en opdrachten. Laat kinderen uit groep 6, 7 en 8 bewust woordstrategieën en leesstrategieën die van toepassing zijn inzetten bij de zojuist genoemde vakken. Wijs hen ook op de opbouw in de teksten. Doe dit eventueel hardop denkend voor tijdens de lessen wereldoriëntatie. Maak gebruik van de zes karakters. Zo ervaren kinderen dat woord- en leesstrategieën helpend zijn en ervaren zij de samenhang tussen verschillende vakken. TopLezers heeft een stevig basisaanbod zodat alle kinderen kansen krijgen te leren lezen met begrip. Er zijn twee mogelijkheden om de lessen TopLezers in het weekrooster op te nemen. Maak een keuze passend bij de groep: Optie 1: Geef les 1.1 als geheel en plan in het weekrooster 60 minuten in. Zie tabel hieronder. Optie 2: Verdeel les 1.1 over twee momenten van 30 minuten in het weekrooster. Stop het eerste moment na tekst lezen en woordenschat. De instructie en de opdrachten vormen het tweede lesmoment.

Een weekrooster van 60 minuten van Thema Beestenbende.
Lesopbouw
De lesopbouw wordt direct op het digibord weergegeven, met overzichtelijke stappen. Zo heb je altijd een helder en overzichtelijk lesverloop.
Lesbeschrijving
De lesbeschrijving leid je door de les heen. Voorbereiden van een begrijpend leesles is belangrijk, zodat je weet hoe de leesdoelen tot uiting komen in de les en hoe je de modeling- en instructiemomenten kunt vormgeven. Door je aanstekelijke enthousiasme over de boeken en de les ontstaat van nature een gesprek tussen jou als leerkracht en de kinderen en tussen de kinderen onderling. Op deze manier wordt het lezen een gezamenlijk actief denkproces. Het eerste blad van de lesbeschrijving geeft aan welke materialen er nodig zijn voor de les en er is een korte beschrijving van de lesinhoud. Verder worden de gebruikte boeken met auteurs genoemd, de lestijd, de monitoropdrachten, de inhoudelijke leesdoelen, de leesstrategieën die worden geoefend en de verwachte moeilijke woorden. In de lesbeschrijving worden symbolen gebruikt om onder andere aan te geven welke materialen je nodig hebt tijdens de les.

Voorbeeld lesbeschrijving van TopLezers - Thema 11
De lesbeschrijving bestaat uit de volgende fasen:
-
Leesdoelen bepalen
-
Voorkennis activeren
-
Tekst lezen
-
Woordenschat
-
Toepassen leesstrategie
-
Afronding

Drie soorten strategieën volgens Förrer. Overgenomen van Förrer & Van de Mortel, 2010.

Leesdoelen bepalen
De les start met de bekijken van het boek of de boeken. Ook de auteur en de illustratoren worden benoemd. Soms wordt er even doorgepraat over de auteur. Vervolgens zet je de leesdoelen van de tekst centraal. Leesstrategieën zijn een hulpmiddel en zijn bewust ondergeschikt aan de leesdoelen. Daarom staan de leesstrategieën alleen in de lesbeschrijving uitgeschreven en niet in het leeswerkschrift van de kinderen. Zo weet je als leerkracht welke onderdelen van de leesstrategieën aan bod komen, maar blijven de leesdoelen en de tekst centraal staan in de les. De leesstrategieën noem je wel; je maakt hardop denkend duidelijk waarom de gekozen leesstrategieën handig zijn om de leesdoelen van de les te bereiken.
Voorkennis activeren
Samenwerkend leren wordt gebruikt om de voorkennis de activeren. Samenwerkend leren zorgt voor een actieve houding bij de kinderen. Hierdoor wordt kennis die zij al hebben over het onderwerp gemakkelijker en intenser opgehaald.
Tekst lezen
Voor de kinderen de tekst gaan lezen bespreek je samen welke leeshoudingen bij de leesdoelen van de les passen. Deze kruisen ze aan het in leeswerkschrift op de vooruit- en terugkijkpagina. In de leeswerkschriften zijn de teksten opgenomen. De kinderen lezen afwisselend individueel, in tweetallen of klassikaal de tekst. Tijdens het lezen markeren zij woorden die voor hen moeilijk of onbekend zijn. Waar nodig is er een klaaropdracht voor snelle en/of sterke lezers.
Woordenschat
De fase ‘woordenschat’ bestaat uit modeling en gesprek over de moeilijke en/ of onbekende woorden die de kinderen tijdens het lezen hebben gemarkeerd. Ook de passende woordstrategieën worden besproken. In de lesbeschrijving staan suggesties om te modelen en te bespreken. Daarnaast is het belangrijk om de kinderen woorden te laten aandragen en bespreken die zij gevonden hebben in de tekst. De woordstrookjes van deze woorden worden opgehangen in de klas. Kies hiervoor een vaste plek. Er zijn ook lege woordstrookjes beschikbaar om woorden die kinderen aandragen en niet voorgedrukt staan op te kunnen schrijven.
Toepassen leesstrategie
De leesdoelen en leesstrategieën worden geoefend tijdens deze fase van de les. Er is een variatie in opdrachten om het verdiepen in de tekst leuk en afwisselend te houden, zoals bijvoorbeeld denkopdrachten, multiple-choice vragen, tekenopdrachten, spiegelvragen en het kiezen en invullen van schema’s. Er zijn ook opdrachten waarin de vraagstelling van LVS-toetsen begrijpend lezen zijn gebruikt. Hierdoor oefenen de kinderen met regelmaat de vraagstelling. Tijdens deze fase wordt gebruik gemaakt van het didactische model GRIMM (Pearson & Gallagher, 1983. Om als leerkracht een goed beeld te krijgen van hoe de kinderen de leesdoelen en leesstrategieën oefenen is rondlopen tijdens de JULLIE- en JIJ-fase aan aanrader. Kijk, observeer en geef feedback. Wat je ziet kan je meenemen tijdens het klassikaal nabespreken van opdrachten, zowel positief als uitdagingen voor een volgende les.
Afronding
Tijdens het afronden kijk je met de kinderen terug op de leesdoelen. Hoe is het gelukt de leesdoelen te behalen? Waren er opdrachten die moeilijk waren? Hoe zou je het de volgende keer aanpakken? De kinderen kruisen de leesdoelen af in het leeswerkschrift op de vooruit- en terugkijkpagina. Door samen te evalueren leren de kinderen te reflecteren op hun eigen werkhouding en aanpak. Ze krijgen zicht op wat ze goed kunnen en wat ze nog moeilijk vinden. Kinderen worden mede-eigenaar van hun eigen leer- en denkproces en worden steeds betere TopLezers.

Monitoring
TopLezers bevat geen toetsen, maar de leerkracht monitort de ontwikkeling van de kinderen. Het monitoren bestaat uit observeren tijdens de les en de mogelijkheid om bij elk thema enkele opdrachten individueel te laten maken.
De leerkracht kijkt de opdrachten vervolgens na en noteert groei. Dit gaat altijd om opdrachten die verbonden zijn aan één van de zes leesstrategieën. In de lesbeschrijvingen staan suggesties welke opdrachten hiervoor geschikt zijn.Let op: deze opdrachten worden dus niet klassikaal nabesproken. De observatie kan per leerling in de leerdoelmonitor worden bijgehouden. De leerdoelmonitor is overzichtelijke digitale tool voor de leerkracht waarin per dubbele jaargroep alle doelen van de zes leesstrategieën staan. Per doel, gesorteerd op leesstrategie, kan worden genoteerd in hoeverre de kinderen de leerstof beheersen (matig, voldoende, goed). Zo kunnen de kinderen worden gevolgd in hun groei, en kan de passende differentiatie worden ingezet. Naast de leesstrategieën kan de leerkracht ook observaties omtrent de leesmotivatie van de kinderen bijhouden. De leerdoelmonitor bevindt zich achter de tegel ‘leerkrachtinformatie’ in de Portal van Onlineklas. Neemt de school LVS-toetsen begrijpend lezen af? Het advies is dan om ruim voordat de toets afgenomen wordt, een oefentoets af te nemen. Bespreek de vraagstelling en de aanpak met kinderen van de LVS-toetsing. Daar waar passend is, zijn in de lessen van TopLezers de LVS-vraagstellingen verwerkt. De vraagstelling van de LVS-toetsen zal daarom niet onbekend zijn voor de kinderen. Bewust kiest TopLezers ervoor om leesplezier boven het toetsen te plaatsen. De TopLezelessen zijn daarom geen ‘teaching to the test’ lessen, maar gericht op plezier en het ontwikkelen van leesbegrip.
Differentiatie

Tips voor sterke en zwakke begrijpend lezers.

Meer weten over deze begrijpend lezen methode?
Vraag een proefles voor groep 5/6 en 7/8 aan en maak alvast kennis met onze begrijpend leesmethode TopLezers! Klik op onderstaande knop en vul het formulier in of neem contact op met onze klantenservice.